MALE FANTASIES / GAY REALITIES, INTERVIEWS WITH TEN MEN - George Stambolian (The SeaHorse Press, 1984)
Pim: Waarom dan dit
boek, zul je je misschien afvragen. De kans is groot dat dit de eerste keer is
dat je de naam Stambolian tegenkomt. Hoe anders zou dat geweest zijn als hij
niet zo vroeg was overleden aan de gevolgen van AIDS? Edward en ik kenden zijn
naam in ieder geval nog niet. We kwamen de interviewbundel per toeval tegen. Onlangs
kreeg ik van IHLIA – documentatiecentrum van lhbt-erfgoed – een soort
kerstpakket. Nou ja, het was zomer en er zaten enkel afgeschreven boeken in,
maar het opwindende gevoel dat ik kreeg was hetzelfde als toen ik vroeger als
jongetje de kerstpakketten van mijn ouders mocht openmaken: wat zou er allemaal
in zitten? Het antwoord: allemaal bijzondere boeken – waarvan er een aantal nog
op Queerlezen zullen verschijnen. Male
fantasies/gay realities zat er ook in. De cover zei me niet zoveel, net als
de inhoudsbeschrijving: gedateerde interviews, had ik daar nou zin in? Maar uit
nieuwsgierigheid begon ik toch met lezen. Ik was meteen verslaafd.
Edward: In het boek staan tien interviews. Elk
interview is ruim opgezet, begint met een inleiding (waarom koos Stambolian
juist voor deze persoon?), is anoniem (waardoor het zeer, zeer persoonlijk
wordt) en gaat over ‘de homoseksuele identiteit’ van de geïnterviewde, met veel
aandacht voor lichamelijkheid, relaties en seks. De geïnterviewden zijn door
Stambolian ‘de fetisjist’ genoemd, of ‘de knappe jongen’, ‘de zakenman’, ‘de
vader’, ‘de romanticus’, ‘the black man’. Soms is Stambolian nadrukkelijk
onderdeel van het interview, zo geeft hij aan het begin van de gesprekken vaak
aan waar hij de hoofdpersoon ontmoet heeft en ook of hij het bed met ze heeft
gedeeld. Bij de ‘analist’ vermeldt
hij dat hij graag na het interview (weer) seks met hem had gehad, maar dat dat
er helaas niet van is gekomen. De ‘knappe jongen’ kleedt zich tijdens het
interview uit (!) en wil even later dat Stambolian dat ook doet – wat dan ook
gebeurt. Dit alles geeft al aan dat het boek geen vrijblijvende gesprekken
bevat.
Pim: Stambolian weet als geen ander hoe je dat soort
gesprekken moet voeren, hoe je goede interviews moet houden. Hij stelt steeds
de juiste (vervolg-)vragen en houdt daarbij rekening met de lezer én met de
geïnterviewde. Hij zorgt er namelijk voor dat de lezer niet met onbeantwoorde
vragen blijft zitten en zet ondertussen de geïnterviewde aan het denken. Samen
met Stambolian komt de geïnterviewde zo tot de kern van de zaak. Hij zorgt er daarmee
bovendien voor dat het niet om oppervlakkige interviews gaat, maar dat er echt
sprake is van diepgang. Het is verder niet alleen de prettige interview- en
schrijfstijl die het boek zo mooi maken, het is ook de inhoud van de interviews.
Het zijn erg persoonlijke onderwerpen, maar Stambolian weet tijdens het
interview een sfeer te creëren waarin de geïnterviewde volledig open kan zijn.
Dat gebeurt dan ook: zonder schaamte vertellen ze over de meest persoonlijke
dingen, tot in de kleinste details. Soms zorgt dat voor verbazing, maar soms ook
voor herkenning.
Edward: Natuurlijk is ook dit boek een product
van zijn tijd. De Stonewall-rellen uit 1969, waarbij de homo-beweging voor het
eerst terugvocht, lagen nog vers in het geheugen en AIDS, de nieuwe ziekte, had
zijn intrede gedaan. Maar doordat het steeds voornamelijk om de eigen verhalen
en de diverse seksuele praktijken gaat, blijven de verhalen hun geldigheid behouden.
Niet
alle interviews zijn even indrukwekkend, maar wat te denken van de man die
graag in het leer gekleed uitgaat, en zegt: ‘It’s a transference of the passion
for the vulnerable human skin to the equipment that protects the vulnerability.
It’s like kissing a man’s armor.’ Daarna stelt de interviewer de vraag in
hoeverre voorkeur voor leren kleding en laarzen teruggaat naar de kindertijd. Natuurlijk
is het antwoord bevraagbaar, maar het is een voorbeeld van hoe bondig en
beeldend er soms geformuleerd wordt: ‘There must have been a pair of man’s
boots in daddy’s closet when we were four years old, and we touched them once
and thought we shouldn’t.’
Ook het gesprek met de man die een vrouw trouwde en kinderen kreeg is spannend. Hij wist al die tijd dat hij homo was, en toen de kinderen ouder waren besloot hij dat de relatie verbroken moest worden. Hij vertelt in zijn interview dat hij wilde dat zijn vrouw de relatie verbrak, en niet hij, en dus besloot hij om het haar onmogelijk te maken… Als je zoiets leest stokt je adem. En dan volgt er een twist: dat deed hij voor zijn (ex-)vrouw, want ze zou dan geen slachtoffer zijn van zijn homoseksualiteit - ze had immers zelf de beslissing genomen om weg te gaan.
Ook het gesprek met de man die een vrouw trouwde en kinderen kreeg is spannend. Hij wist al die tijd dat hij homo was, en toen de kinderen ouder waren besloot hij dat de relatie verbroken moest worden. Hij vertelt in zijn interview dat hij wilde dat zijn vrouw de relatie verbrak, en niet hij, en dus besloot hij om het haar onmogelijk te maken… Als je zoiets leest stokt je adem. En dan volgt er een twist: dat deed hij voor zijn (ex-)vrouw, want ze zou dan geen slachtoffer zijn van zijn homoseksualiteit - ze had immers zelf de beslissing genomen om weg te gaan.
In
de interviews verder nog: de zakenman die uitlegt hoe macht werkt (iets met
papiertjes oprapen), de knappe jongen die vertelt hoe hij een man die hem
achternaliep in de lift naar een hoge verdieping klaar liet komen zonder
aangeraakt te worden, en de man die zijn masturbatiefantasieën onthult,
waar onder andere een toekomstplaneet in voorkomt met allerlei jongens die ‘nurturers’ zijn, of ‘freewheelers’.
Op
de beste momenten van dit boek vraag je je af: hoe kreeg Stambolian deze mensen
zover om dit te vertellen? En ook: wat tragisch dat hij tien, twintig, dertig jaar later geen nieuwe versie van dit boek heeft kunnen maken.
Reacties
Een reactie posten