
Wolfsjong is een fijn vreemd boek. Het gaat over een
negentienjarige jongen die, nadat zijn moeder en vader zijn gestorven, alleen
achterblijft. Hij leert tijdens een kerkdienst Oskar kennen, een uitgestoten,
zwerverachtige figuur. Hij raakt in Oskars ban.
Het fijne aan Wolfsjong is het totaal eigenzinnige
onderwerp. In een beeldende, zintuiglijke stijl laat Van Vliet het wat
sprookjesachtige verhaal (maar toch ook in de redelijk recente tijd spelend)
aan je voorbijtrekken. En wat krachtig is: het zit goed met de
geloofwaardigheid.
Als je zo kunt debuteren, en dus niet met een
navelstaarderig studententijdverhaal, dan valt er nog heel wat eigenzinnigs te
verwachten. Dat verwachten doe ik dus ook graag.
Pim: Het komt
inderdaad niet vaak voor dat er wordt gedebuteerd met een novelle. Dat is ook
behoorlijk dapper: als schrijver heb je maar een beperkt aantal pagina’s voor
een goede eerste indruk. Maar de jonge Kevin van Vliet heeft daarvoor ook niet
veel nodig.
Al bij de eerste paar zinnen raakte ik volledig in de
ban van zijn intrigerende Wolfsjong. Dat komt vooral door de band
tussen de negentienjarige weesjongen en de eigenzinnige Oskar, de oudere, excentrieke
kluizenaar. De twee krijgen een bijzondere relatie. Is het vriendschap? Heeft
hij in hem een soort surrogaat-vader gevonden? Of is hier gewoon sprake van een
literaire daddy-twink-relatie?
De relatie roept vele vragen op. Maar haast nog voor
de lezer een antwoord krijgt, komt aan het contact bruut een einde. Een
bijzondere, mooie plotkeuze van de schrijver. Zo eigenzinnig als het personage
Oskar is, zo eigenzinnig is ook Van Vliets debuut. Een veelbelovend begin van
een hopelijk rijk oeuvre.
Reacties
Een reactie posten