
De verfilming werd met ongekend veel lof ontvangen en
de dag na de première werd al geroepen om een tweede deel. Heeft schrijver
André Aciman zich hierdoor laten beïnvloeden? Waarschijnlijk wel, want in
tegenstelling tot de film, was er in het boek eigenlijk al een einde: een flash
forward waarin Elio jaren later Oliver nog eens opzoekt. Maar Aciman bleek
toch nog niet helemaal uitverteld te zijn. En nu is daar dus het vervolg: Vind
me.
Het is niet meteen een voortzetting van het
liefdesverhaal van de twee jongens, het duurt zelfs een pagina of honderd voor
één van de twee ten tonele verschijnt. Aciman vertelt eerst uitgebreid over
Elio’s vader die in de trein een bijzondere vrouw ontmoet. Ze zijn allebei op
weg naar Rome en besluiten hun dagen daar samen door te brengen. Is dit de
liefde waar ze allebei op hebben gewacht? Pas later in het boek, als die vraag
beantwoord is, kom je erachter hoe het met Elio en Oliver gaat. Zoals verwacht
laat het verleden de twee jongens, inmiddels mannen, nog altijd niet los. Het
verlangen naar elkaar is bij allebei sterk aanwezig en beïnvloedt hun levens en
liefdes. Ze moeten elkaar dus weer zien.
Ik was eerst een beetje huiverig: een vervolg op mijn
lievelingsboek zou toch nooit zo goed kunnen worden? Dat is het ook niet. Verwacht
dus zeker geen tweede Noem me bij jouw naam, want dit nieuwste boek is
heel anders. Maar wat gelukkig wel hetzelfde is gebleven, is Acimans fijne
schrijfstijl. Opnieuw laat hij zien dat hij oog heeft voor alle kleine, maar vaak
veelzeggende details: een kort hoofdknikje, een op het eerste gezicht achteloos
gebaar of één klein woordje in een zin. Aciman weet als geen ander hoe je over
liefde moet schrijven. Zijn prachtige zinnen kunnen niet mooier gezegd worden.
Dus als je me vraagt of Vind me een waardige opvolger is, luidt mijn
antwoord zeker ja!
Edward: Een
boek van Aciman lees je om iets van Elio en Oliver, de hoofdpersonen uit zijn hoofdboek
Noem me bij jouw naam, terug te krijgen. In Vind me is dat meer
dan ooit het geval, simpelweg omdat het aangekondigd is als vervolg. Maar we
moeten meer dan honderd bladzijden wachten tot we ook letterlijk iets over een
van de twee eeuwig-geliefden lezen.
Het
eerste deel van de vier naar muziektermen genoemde stukken gaat, Pim schreef
het hierboven al, over een grote liefde van Elio’s vader. Het is een liefde met
leeftijdsverschil, net als de liefde van Elio in deel twee (en ook, in mindere
mate, die van Elio in Noem me bij jouw naam). Wat fijn is: we weten nu
wat Elio in de twintig jaar na zijn liefde op zeventienjarige leeftijd heeft
gedaan, wat hij is geworden, welke liefdes hij heeft beleefd. Daarmee gaat dit
boek met name over tijd.
In
het laatste deel van het boek (‘Da capo’ – terug naar het begin) wordt dit
prachtig thematisch uitgewerkt. Dat laatste deel gloeit dan ook echt. Wat
minder fijn is – althans, dat vond ik, Pim had er minder last van – is het
vermoeide gevoel dat ik soms kreeg bij de eerste delen van het boek: het is
allemaal zo hooggestemd, zo smart, zo groots en meeslepend, zonder dat
we de tijd krijgen om mee te groeien in de verliefdheid (wat in Noem me bij
jouw naam wel het geval was).
Maar…
aan het einde gloeit het boek toch weer prachtig op. Ook de overdenkingen over
muziek zijn sterk, zoals deze, van Oliver: ‘Muziek herinnert me aan hoe mijn
leven had moeten zijn. (…) Misschien herinnert ze ons aan de mens van wie we
altijd hebben geweten dat we hem waren, al onze aanspraken en ontkenningen ten
spijt, en die we altijd zullen blijven.’ En ja, gelukkig bewijst ook dit boek: Aciman
blijft Aciman, en Elio en Oliver blijven Elio en Oliver. En dus overtuigde Vind
me mij misschien niet volledig, maar het deed wel iets heel moois: het liet
me die twee opnieuw vinden. Da capo.
Reacties
Een reactie posten